maandag 8 november 2010

Harry Mulisch (1927-2010)

In memoriam mei

Ik, Harry Kurt Victor Mulisch, volle zoon van alle muzen
ik was de gloeiende bode van vuur, komend van niets
was ik op weg naar een brandnieuwe mythe.

Ik was het goudstof en de wind, ik was ibis, piramiden
ik was een ommekeer in inkt, ik was het duizendjarig licht
ik was de pijp, het Leidseplein, ik was een pupil van onsterfelijkheid.

Ik was de kogelvrije vlinder en de kern van alle oorlog
vulkaanzwemmer, godeneter, ik, de keizer van het lot
ik was de heimat, ik was ballingschap: ik was de Paradox.

En hier, binnen in dit eenpersoonsheelal, mijn blauwe labyrint
waar alle vingers doven – langzaam op de tast, hier bleef ik over.
De dood is mijn broekzak: Grote Eén gaat trap na oneindige trap.

Met de tocht in mijn botten en een uitzicht zonder god
zo blijf ik, Harry Mulisch, de ontdekker van uw hemel.
Ik was de brenger van letter en stof. En als u sterft, dan leef ik nog.

Ramsey Nasr


maandag 11 oktober 2010

De Nacht



Poëzie is een feest dat men in stilte viert
en knalt, het is het bruisen van je ogen
in het donker, het strelen van je handen
op de bodem, het is verdwijnen op de achtergrond
en langzaam weer tevoorschijn komen

Poëzie is honger naar de nacht die valt
de dag die komt, is honger naar de tijd
die wordt hersteld en uitverkoren

Het krakende ei presenteert de twaalfde gedichtendag met als thema 'Nacht'. Om het duister wat vorm te kunnen geven, zijn wij op zoek naar mensen met kippenvel die een zwak hebben voor poëzie, fotografie, kortfilm of muziek. Indien je interesse hebt om mee te werken aan een project dat je de daver op het lijf zal jagen of gewoon niet onberoerd zal laten, zend dan een mailtje met je naam, klas en interesseveld naar hetkrakendeei@gmail.com. En blijf vooral niet op je honger zitten!

maandag 10 mei 2010

Reactie Ensor

Waar geen haan naar kraait, daar piept James Ensor:

Ach hoe verleidelijk het ei
hoe het houdt van mij
hoe het kraakt en open breekt
en tegelijk dicht

mij met verve schildert met
slingers van verzen
confettisnippers van woorden

Och gij mensenstoet, poetst mijn blazoen niet op
maar kijkt en leest en viert de levenden
onder de doden

maandag 29 maart 2010

Oostende herdenkt Hugo Claus



“Daar is mijn bestaan begonnen te vergaan”


Hugo Claus verbleef van 1948 tot 1950 in Oostende.
Tijdens die jonge jaren maakte hij er de sprong naar zijn eerste roman, gaf poëzie uit, ging er boksen en gokken, hield er zijn eerste expositie, leerde er zijn eerste vrouw kennen.
Zijn sleutelroman ‘De verwondering’ speelt zich trouwens in Oostende af.
Ook zijn voorliefde voor Ensor is bekend, getuige de slotstrofe uit het gedicht ‘Oostende’:


Scherper in het licht van het Noorden
Zie ik het kinderlijk gezicht
Van de meester van Oostende verdoken in zijn baard.
Hij was van kraakbeen,
Toen van was,
Nu in brons.
Het brons waarin hij
Glimlacht om zijn morsdode jeugd.


Op verzoek van Veerle de Wit (zijn echtgenote) en uitgeverij De Bezige Bij is er nu de eerste officiële Claushommage in organisatie van het jonge kunstencentrum aan zee Vrijstaat O. en de provincie West-Vlaanderen.
Bij een veelzijdig kunstenaar hoort in elk geval een divers programma.

Op vrijdag 16 april houdt de vermaarde letterenman Gerrit Komrij een Clauslezing.
De volgende dag wordt in het Ensorhuis de tentoonstelling ‘Claus en Oostende’ geopend (tot zondag 29 augustus). ’s Namiddags is er een literair-historische wandeling met ‘De verwondering’ in de hand met bekend acteursvolk als Chris Lomme, Hilde Van Mieghem, Johan Heldenbergh, Koen De Graeve, Joke Devynck en Bruno Vanden Broecke.
Toen Claus' wilsbeschikking werd bekendgemaakt, stond daarin de wens om voor de kust van Oostende verstrooid te worden. Om af te sluiten wordt daarom een ‘stille wake’ op het strand gehouden (met de blik naar de oneindige zee gericht) opgeluisterd door illustere woordkunstenaars als Ramsey Nasr, Erwin Mortier, Tom Lanoye, Connie Palmen, Leonard Nolens, Gerrit Komrij en Remco Campert. Bert Ostyn van Absynthe Minded gaat hen in deze dodenmars vooraf.

Stilstaan bij Claus
Men zegge hem voort.

Info: www.vrijstaat-o.be/

donderdag 25 februari 2010

Verliefd op een masker

Ik heb een ontdekking gedaan
ik ben verliefd op een masker
jij vraagt je vast af welke onzin dit nu weer is
wel diegene met wie ik in een verbond van ringendragen zit
van haar hou ik niet

Het zijn niet haar lippen die ik kus,
maar de stugge kartonnen van haar mond
het is niet met haar dat ik de liefde bedreef maar met een paspop
zij is mijn liefste niet, ik huwde met haar beeld

Ik ben verliefd op haar masker
haar masker dat ze altijd droeg
althans tot voor kort
dus zag ik me gedwongen
haar terug haar masker op te zetten

En weet je wat, ze noemen mij nu moordenaar


© Thomas Belligh


(Gedicht geschreven in het kader van het Ensorproject)

woensdag 17 februari 2010

Daar stond ze
in een jurk fluwelen avondrood
een maand of twee maar net genoeg

Haar ogen
subtiel en gretig, hunkeren zich vrij
vergen tonnen moed

Haar blik
Satire, o satire
liters absint

Haar naam, ten slotte
het masker
mijn hele leven lang


© Daan Borloo


(Gedicht geschreven in het kader van het Ensorproject)

dinsdag 2 februari 2010

Spiegelpaleis

Reflecties van je ideale ik
slechts een vluchtige schets
waarin je opkijkt naar dit droombeeld
en neerkijkt op jezelf

Je hebt een idool voor ogen
let op de kleinste details
maar toch ben je blind
voor de dingen
die er echt toe doen

Ontwaak en
sla aan diggelen


© Jasper Vangaever


(Gedicht geschreven in het kader van het Ensorproject)

donderdag 28 januari 2010

Gedichtendag

Paul Bogaert wint met zijn vierde bundel de Slalom soft de Herman de Coninckprijs voor de beste dichtbundel ter waarde van 6000 euro. Andy Fierens krijgt de Herman de Coninck Debuutprijs voor zijn bundel Grote smerige vlinder. Tot beste gedicht werd 'Mats' van Roel Richelieu van Londersele verkozen, uit zijn bundel Tot zij de wijn is.

Mats

je zadelt mijn rug en sterk
rijden we een nieuwe ochtend in

meesterlijk, vanuit de hoogte, kies je
het golvend landschap voor je dag

jij, de uitvinder van de kleine glimlach
en van de ernst, als je waakt over onze vissen

in bad warmen we samen het water
en geven het aan kapiteins en matrozen

een lied en het schoonschrift word je,
ik de plek om stem en papieren te bewaren

je bent de tekening en het krijt
meer dan ik uit mij verwachtte

mijn voorraad ben je elke dag
je houdt mij op de wereld

(uit: Roel Richelieu Van Londersele, Tot zij de wijn is, p.50, Atlas)

dinsdag 26 januari 2010

Ontmaskerd!

Kunstenaars, helden of lafaards ?
Ze durven shockeren
maar hun kunstwerken zijn hun maskers

Hij zag het lichtjes anders
Op zijn masker zette hij maskers
en sloeg daarmee velen van hun voetstuk

Niet iedereen heeft het zo begrepen...
eilacie   eilacie !

Maar onze zoon der zeeschuim zal er niet om malen
Hoewel de werkelijke waarheid menig salon ontging
prijken zijn kinderen overal


© Thomas Belligh


(Gedicht geschreven in het kader van het Ensorproject)

maandag 18 januari 2010

Herman de Coninckprijs 2010

Paul Bogaert, Eva Cox, Charles Ducal, Leonard Nolens en Roel Richelieu Van Londersele zijn de 5 dichters die door de jury genomineerd werden voor de Herman de Coninckprijs 2010. Uit de genomineerde dichtbundels koos de vakjury 5 gedichten die meedingen naar de Publieksprijs voor het Beste Gedicht.

Ook u kan, nog tot en met 22 januari, stemmen op uw favoriete gedicht en kans maken op een boekencheque en op een ticket voor de Slotshow van Gedichtendag in de Arenbergschouwburg in Antwerpen. Op Gedichtendag, 28 januari 2010, wordt een poster met het beste gedicht gratis verspreid via de boekhandel.

Gemaskerd bal voor de vereenzaamde fantast

Verzwolgen door de tirannie van de meute
vrouwen met gierende ogen en starende monden
verdoofd visioen van vervreemding

Aan stukken gereten gelaten
verscholen in zwarte gaten
melomanie van maskers
implosie van mijn hoofd

Chimaera’s hartstocht
woedt in mijn vingers
rivaliseert met kilte

Ik laat het honend lachen van Pierrot aan mij voorbijgaan
negeer de priemende blikken van dood en demonen

Neemt Christus mijn hand
en sleept mij naar de Apocalyps


Het voyeuristische labyrint een zinspeling
mijn tanend spiegelbeeld krijst

Parvenu der zeven zonden
echoot ambigu: ik wil ovatie

Schromend ontbloot ik mijn Kaïnsmerk
Venus vangt zwartzucht

En ik dans in de armen
van een beroerd skelet


© Isobel Beuselinck en Nina Vanwelsenaere


(Gedicht geschreven in het kader van het Ensorproject)

dinsdag 12 januari 2010

Zwart, geel en rood
de kleuren die ons sieren
vermengd in eenzelfde geheel
dat iedereen bekoren kan.

Trots als een pauw
met Hem in het achterhoofd
een evenwaardig werk creërend
zelfs decennia na Zijn dood.

Van boer tot visser en prins
alles is een poging waard
maar Zijn hemelse werk
bleef immer ongeëvenaard.


© Jasper Vangaever


(Gedicht geschreven in het kader van het Ensorproject)

zondag 3 januari 2010

Kom, laat ons dansen

Verlaine, mijn vriend en oorlogskind
het masker wint altijd

Kom, laat ons dansen
wilde nachten delen
de dood komt gauw voorbij

Hij zingt zo vals
en draait en speelt de zielen door zijn vingers

Kom, laat ons dansen
oude man, de tijd van het versieren is voorbij

Hij neemt ons allemaal, stuk voor stuk en jij voor mij


© Daan Borloo


(Gedicht geschreven in het kader van het Ensorproject)