zaterdag 28 april 2007

Gêne

gedachten
kennen woorden
lippen
blijven stil

schroom
verbergt wat
moed
niet zeggen wil


© Emmeline Schelfhaut

woensdag 25 april 2007

Hopeloos

Ik hou mijn gedachten bij het heden
of liever nog in het verleden

wil niet aan de toekomst denken
die kan mij geen vreugde schenken

en langzaam gaat alles kapot

geloofde ik maar in een god
dan kon ik dit goddeloos bestaan
voorgoed aan banden leggen


© Bram Cuvelier

zondag 22 april 2007

Bart Meuleman krijgt Cultuurprijs K.U.Leuven

De Katholieke Universiteit van Leuven kent haar Cultuurprijs toe aan Bart Meuleman (42), dichter en essayist, toneelschrijver en -regisseur en auteur van een aantal kinderboeken. Hij krijgt de prijs voor zijn bijzonder en gevarieerd literair oeuvre en het experimenteren met uiteenlopende genres en media.

Deze tweejaarlijkse prijs, waaraan een bedrag van 15.000 euro verbonden is, gaat naar een hoogstaand en vernieuwend levend Belgisch kunstenaar die zich ook verdienstelijk maakte op het vlak van vorming en/of onderzoek in de kunsten. De Cultuurprijs wordt uitgereikt op een academische zitting op 22 mei.

Bart Meuleman publiceerde onder meer twee dichtbundels, ‘Kleine criminaliteit’ (1997) en ‘Hulp’ (2004). Deze laatste werd genomineerd voor de prestigieuze VSB poëzieprijs en Meuleman kreeg er ook het Charlotte Köhler stipendium voor. Uit het juryrapport: 'Meuleman is geen lieflijke dichter, maar een "schielijke oplichter der liefde / zie onder haar de haat / en daarop een kakelende daad" zoals Lucebert zegt.'

De meeste van de 37 titelloze gedichten draaien om de relatie tussen een ik en een jij. De relatie tussen de twee is intiem maar hard. Er heerst een constante sfeer van dreiging en onverschilligheid. Meuleman observeert koud wat beter achter gesloten deuren verborgen blijft. Het is een intrigerend universum van liefdeloze afhankelijkheid:

wat goed dat je weer zuurstof krijgt, zonder kon je
me niet meer aanraken, niet hoe ik het wilde.
kom ik al bij je, onder de kap?
ik trok een nagelnieuwe witte broek aan, heb tot vervelens toe
[geoefend
bij de spiegel, tot het mocht dan, zij het voor even,
van de zuster in haar oude stoel
die haar jaren slijt met wenen.
ook heb ik een spray gekocht, hij maakt het leven zo anders,
en is het niet dat wat we allemaal willen.

Hoewel op het eerste gezicht de relatie tussen de ik en de jij het thema van de bundel vormt, zijn er redelijk wat gedichten die hier buiten vallen. Er loopt geen verhaal doorheen de gedichten, er is ook geen echte conclusie. Het wordt nooit echt duidelijk wie er om hulp roept, wie die hulp biedt en of er überhaupt wel sprake is van hulp:

hoor, zeg ik met getuite lippen in een vers gat in de grond.
het hoort nu.
klein. haast doodgebeten.
het piept niet, verroert zich niet in zijn kleine tunnel, terwijl
[de hemel
een oranje show geeft in de namiddag.
hoor, zeg ik nu, onhoorbaar haast. hoor.
en als vanzelf rekt het zich nog eenmaal open.

Bronnen:

De Standaard / De Morgen
Literair Nederland
Poëzierapport
Poetry International Web

maandag 16 april 2007

Het krakende ei

Poëzie is als een kuiken dat uit het ei kruipt, is geboorte, het zoeken naar een hemelse antipode. Poëzie is uit jezelf breken, je de eeuwigheid aan kleinschaligheid laten herinneren.

Poëzie is kinderspel

over het krakende ei
dwaalt een hemelse bode
op zoek naar zijn antipode
en dat zijt gij

mogelijk dat men op zulk een kleine schaal
niet denken kan het maakt nijdig
of men is verveeld dus veel te veilig
dan is men verloren voor de poëzie

u rest slechts een troost ligt gij op sterven
gij verveelt u dan ook niet
en plotseling kan dan pop en bal
laat herinnerd u laten weten
dit was ik en dat was het heelal

(Lucebert)

Het krakende ei is de poëziestek bij uitstek waar jij (leerling uit het vierde, vijfde of zesde middelbaar) je ei (te kraken) kan voorleggen. Ongegeneerd, als was het kinderspel. Onder eigen naam of pseudoniem, maar nooit anoniem (steeds naam en jaar vermelden!). Wij dienen enkel de dwalende bode en geven feedback, leggen je ei te rapen (in wederzijds akkoord), willen proeven en laten proeven, geven je de mogelijkheid om te reageren en op te souperen.

Proeven is lezen en lezen doet groeien. Schrijven is schrappen en schrappen doet vloeien. De kunst bestaat erin geduld te oefenen; wij kunnen enkel wat olie door de dooier roeren.

Voor zij die zich niet te beroerd voelen om al eens verder te kijken, verwijzen we graag naar de prestigieuze Soetendaellewedstrijd, de grootste poëziewedstrijd voor jongeren in Vlaanderen die dit jaar voor de 27ste keer plaatsvindt. Voor het wedstrijdreglement klik je op de volgende link:
http://www.jeugdenpoezie.be/Joomla/wedstrijdprijs/reglement-soetendaelle-2007.html

Het staat iedereen vrij hier individueel aan deel te nemen, maar wij wijzen er graag op dat wij als school bereid zijn de inzendingen te groeperen. Aangezien de uiterste inzenddatum 15 juni is, vragen we je je gedicht(en) voor woensdag 6 juni aan ons te bezorgen (hetkrakendeei@gmail.com) met de vermelding 'Soetendaellewedstrijd'.

Ondertussen mag je je geroepen voelen gedichten in te zenden (hetkrakendeei@gmail.com) en hier van tijd tot tijd te komen lezen en reageren. Ook voor suggesties staan we open en voor wat daar allemaal niet uit voort kan vloeien...

In scherven van schitterend licht

Over het gedicht 'Poëzie is kinderspel'

Als je Lucebert leest, breekt de schaal van de moedertaal en dus de wereld feestelijk open en zweef je een uitdijend heelal binnen, een bandeloze balzaal van beelden, klank en muziek waarin alles voor het eerst gezegd kan worden en waar geen einde komt aan de eindeloze mogelijkheden om naar hartenlust te verwarren. Wij worden ontregeld, wij dansen radeloos over de verzen, wij verdwalen en horen een taal die wij nooit eerder hebben gehoord.

Poëzie is kinderspel en toch weer geen kinderspel. Eén ding is evenwel duidelijk: wat er wordt gezegd lijkt onvoorstelbaar, bijna profetisch belangrijk, alleen begrijpen wij het niet. Daarom is dit goede poëzie, omdat dit poëzie is die je hoofd met zijn hang naar houvast telkens doet duizelen en naar adem happen.

Een gedicht houdt ons geen verhaal voor, maar mogelijkheden. Een gedicht is geen gedachte verpakt in poëzie die je eenvoudig kan duiden als je gewoonweg in staat bent het eitje te kraken. Een goed gedicht heeft betekenis en die betekenis is het gedicht zelf. Als een gedicht valt samen te vatten als een idee of een gevoel, dan is het geen goed gedicht. Lucebert wilde niet dat zijn poëzie een illustratie was van een bepaald inzicht. 'Voor iedere dag is een andere stemming, elk ontwaken betekent een hergeboorte', schreef Lucebert al in 1947 nog voor hij zich werkelijk ontpopte als dichter.

Als lezer van Lucebert heb je geen houvast, geen poot om op te staan: alleen in het ongewisse spoor van de woorden, de klanken, de beelden kan je de bevrijdende kracht van die hergeboorte meebeleven of vrolijk ten onder gaan:

Lucebert lezen
is zich ontbinden
in scherven van
schitterend licht


Voor een sprankelende analyse met nieuwe doorkijkjes en onverwachte inzichten kan je terecht bij Gerrit Komrij op de volgende link:
http://www.kb.nl/dichters/lucebert/lucebert-komrij3.html