dinsdag 1 december 2009

achter een masker ga ik schuil
niemand die nog ziet wie ik werkelijk ben

niemand die begrijpt hoe iemand
die het vertrouwen kwijt is toch nog vrolijk
naar buiten kan

achter een masker ga ik schuil
met mijn verdriet, stil en in mezelf gekeerd

daarbuiten lacht men nog steeds
om het masker dat niemand ziet


© Gregory Steenkiste


(Gedicht geschreven in het kader van het Ensorproject)

dinsdag 17 november 2009

De luis

Op zoek naar wie ik ben
lijkt de tijd te blijven duren
- uren komen, minuten gaan

De vermomming op mijn gelaat
gegoten op mijn échte ik
blijft voor iedereen verborgen

het monster jeukt angstvallig

ook ik laat sporen na
wachtend op een nieuwe morgen


© Jasper Vangaever


(Gedicht geschreven in het kader van het Ensorproject)

woensdag 21 oktober 2009

Mathijs Tratsaert is finalist Humo's Gouden Aap

Uit meer dan 180 deelnemers werd Mathijs Tratsaert geselecteerd als één van de tien finalisten van Humo's Gouden Aap, een poëziewedstrijd voor liefhebbers tot dertig jaar. Als extra opdracht moeten de finalisten een gedicht schrijven rond het thema "De boekenbeurs".
Benieuwd naar het resultaat?
Lees en geef uw stem op humo.be/goudenaap.

vrijdag 16 oktober 2009

O gij
O ik

Je Tarnhelm muurvast
Bent gij in haar ogen blind?

Do piano speelt ze met je blik
Lage noten tekenen het requiem

(Slaap slibt mijn heldere denken dicht
Slagbomen zakken)

Doch,
Hoop heeft haar zomerverblijf in je hart.


© Mathijs Tratsaert

vrijdag 2 oktober 2009

Ensor en het ei



Een vreemde snoeshaan?
Een rare kwast?
Een maker van maffe maskers?
Een fervente fantast?

Een felle fatalist?
Een schuimbekkende scepticus?
Een schaterende satiricus?
Een geniale antichrist?

Een aureool van smarten?
Een schilder van pantomimes?
Een messias van marines?
Een ster der zee tegen de verstarden?


JAMES ENSOR (1860-1949)

was alles tegelijk: hanig en eenzaam,
baron en bohemien, middenstander
en misverstand, een peintre maudit
die de wereld bespiedde vanuit
zijn ivoren vuurtoren in Oostende.

Als extravagant artiest veroorzaakte hij
een golf van vernieuwing in de kunstscène
van het laatste kwart van de negentiende eeuw.

De storm in zijn hoofd baarde
een beklemmend en woelig oeuvre,
een geverfde wereld van maskers en schedels.

Op de planken van Ensors atelier
speelde zich een tragikomedie af
die de kunstenaar met verve (Pro Luce) had geregisseerd:

Ensor was van niemand. Niet eens van zichzelf.
Dichters weten dat. Dichter dan in de buurt komen woorden nooit.


Het krakende ei is op zoek naar 13 pogingen om dichter bij Ensor te kunnen komen, 13 gedichten om zijn oeuvre te doen oplichten. Alleen dichters kunnen dat. Vandaar dat we ze nu, meer dan ooit, nodig hebben. Zij die zich geroepen voelen om in hun pen te kruipen, zichzelf kunnen relativeren en het werk van Ensor een nieuwe dimensie willen geven, sturen een seintje naar hetkrakendeei@gmail.com tegen vrijdag 9 oktober. Het ei zendt u dan een mail met de nodige info om tot broeden te kunnen overgaan.

maandag 8 juni 2009

Epiloog 2008 - 2009

Ga en open de deur.
Misschien is buiten
een boom, of een woud,
of een tuin,
of een magische stad.

Ga en open de deur.
Misschien krabt er een hond.
Misschien is er een gezicht,
of een oog,
of het beeld
van een beeld.

Ga en open de deur.
Als er mist is,
trekt hij op.

Ga en open de deur.
Ook al was er alleen maar
tikkende duisternis,
ook al was er alleen maar
holle wind,
ook al was er
niets
buiten,
ga en open de deur.

Tenminste
zal het
tochten.


© Miroslav Holub

dinsdag 2 juni 2009

Hans Verhagen ontvangt P.C. Hooft-prijs

"Mijn vurige wens is verzwegen te worden"

Dichter Hans Verhagen heeft de P.C. Hooft-prijs 2009 gekregen, een oeuvreprijs die dit jaar bestemd is voor poëzie. De prijs werd traditiegetrouw uitgereikt tijdens een feestelijke bijeenkomst in het Letterkundig Museum in Den Haag.

De P.C. Hooft-prijs voor Letterkunde behoort tot de belangrijkste literatuurprijzen in het Nederlandse taalgebied. De oeuvreprijs wordt jaarlijks afwisselend toegekend voor proza, essayistiek en poëzie. Aan de prijs is een bedrag verbonden van 60.000 euro, deels te besteden aan een literair project.

Hans Verhagen, ook bekend als journalist, filmer en schilder, debuteerde als dichter in 1963 met ‘Rozen & Motoren’. Daarna volgden onder meer ‘Sterren Cirkels Bellen’ (1968) en ‘Duizenden Zonsondergangen’ (1971). Met onder anderen Armando en Hans Sleutelaar vormde hij begin jaren zestig de redactie van Gard Sivik en De Nieuwe Stijl. Vanaf de jaren tachtig werd hij door zijn schilderkunst in beslag genomen, maar het laatste decennium beleefde hij zowaar een come-back als dichter, met bundels als ‘Moeder is een rover’ (2004), ‘Draak’ (2006) en ‘Zwarte gaten’ (2008). In 2003 verscheen ‘Eeuwige vlam’, zijn voorlopige verzamelde gedichten.

‘Zowel in de jaren zestig als in de 21ste eeuw schreef Verhagen verbluffend goede poëzie’, oordeelde de jury.

Er is van Verhagen wel gezegd dat hij als een kameleon door de letteren schiet, maar aan een gedachte uit zijn beginperiode is hij onvoorwaardelijk trouw gebleven: alles in de wereld heeft hetzelfde recht op ‘poetry emotion’. En zo blijft dat wat hem in zijn beginperiode nieuw maakte, ook nu nog steeds zijn eigenheid bepalen. Zijn dichterschap staat niet in dienst van principes, maar put voortdurend uit de complexe werkelijkheid.
In zijn recentste bundel schreef de dichter: ‘Mijn vurige wens is verzwegen te worden’. Dat zal mooi niet lukken. We scharen ons graag achter de wijze woorden van Lucebert: ‘Hans Verhagen is zondermeer een groot dichter’. Vanwege zijn humor, zijn engagement, zijn poëtische durf en eigenzinnigheid verdient hij ten volle de P.C. Hooftprijs 2009.

Domoren en dromers

De grote roergangers van deze tijd,
alle rimpels met zich dragend van de levenszee,
vrezen geen verzet van de domoren van het verstand:
‘wie denkt, denkt vroeg of laat wel met ons mee’.

Maar wie met de onvervalste wijsheid van een ongeschoolde
en van droom en drift doortrilde hand
de hemel aansnijdt om zijn naam te kerven
in de regenbogen –
die beschouwt de gangster aan het roer als vijand.

maandag 25 mei 2009

die wenk bij het laven
geeft me hoge hakken
waarmee ik verdwaal

mijn mond krijst kleuren
jouw zilveren tong zwijgt
- hoe zie ik eruit?

mijn adem betast de grens
tussen de wereld en dit gedicht

Wetend

ik ben mijn beste vriend


© Mathijs Tratsaert




De olifanten (1948), Dalí

maandag 18 mei 2009

Hugues C. Pernath

Op 6 juni wordt voor de dertiende keer de naar Hugues C. Pernath genoemde poëzieprijs uitgereikt. Uit 49 inzendingen werden 5 bundels genomineerd : Vis van Arnoud van Adrichem, Er staat een stad op van Maria Barnas, Namens de ander van Ester Naomi Perquin, Toespraak in een struik van Victor Schiferli, en De wereld is er van Elisabeth Tonnard.

Met de tweejaarlijkse poëzieprijs wil het Hugues C. Pernathfonds een Nederlandstalige dichter bekronen. De winnaar ontvangt een geldsom van € 4000. Eerdere winnaars waren Alfred Schaffer, Ramsey Nasr, Leonard Nolens en Erik Spinoy. Voor de prijs komen alleen dichters tot 43 jaar in aanmerking, omdat de Antwerpse dichter Hugues C. Pernath, pseudoniem voor Hugo Wouters, in 1975 overleed, vlak voor zijn 44ste verjaardag.

Pernath is één van de stichters van het experimentele tijdschrift Gard Sivik, een toevluchtsoord voor jonge schrijvers en de theoretische basis voor de generatie die men de Vijfenvijftigers gaat noemen. Hij maakte ook deel uit van de Pink Poets, een literair genootschap waarvan hij twee jaar gouverneur was. Hij werkte als boekhandelaar, vertaler en boekhouder en schreef naast zijn poëzie af en toe artikelen voor de dagbladen Vooruit en De Nieuwe Gazet.

Pernath’s werk werd bekroond met de Arkprijs in 1961, waarna zijn moeilijke poëzie gehoor vindt bij een breder publiek. In 1968 wordt hem de Poëzieprijs van Knokke-Heist toegekend, voor het tiende gedicht van de bundel De tien gedichten van de eenzaamheid en in 1974 de Nederlandse Jan Campertprijs voor de verzamelbundel Mijn tegenstem. Postuum kreeg hij de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie (1977).

In zijn poëzie gaat Pernath op zoek naar de hardheid van de taal, het onopgesmukte in overweldigende en tegelijk geconcentreerde kracht. Het schrijven van gedichten is voor hem een kwestie van herleiden tot de essentie. Die essentie ligt vaak vervat in een spel van (schijnbare) tegenstellingen, wat het de lezer niet altijd even makkelijk maakt om zijn poëzie te ontcijferen. Ter illustratie het tweede index-gedicht uit de bundel Mijn tegenstem :


Zo sta ik buiten de gedachte
Met dit besluit
Dat bij mijn leeftijd past
En onderga, nauwelijks
Na een jaar opnieuw
Iemand die niet alles achterliet.

Ik neem haar in dezelfde kleur
En verdeel de vreugde van mijn vreugde
Haar leven dat zij leeft, haar geloof in mij
En mijn geloof in haar.

En nooit uit de twijfel
Nooit uit de liefde, nooit
Maakte het leven zulk begin.


(Uit : Mijn tegenstem)


Kort na zijn dood schreef zijn vriend Hugo Claus een indrukwekkend herdenkingsgedicht, 'Het graf van Pernath' (1977), waarin hij het o.a. heeft over Pernaths poëzie die zo 'naakt' is als de val van een man in het trappenhuis. Met dit laatste doelt Claus op de doodsoorzaak van Pernath: hij werd onderaan een trap gevonden.


Bronnen: Het Letterenhuis, NRC Boeken

maandag 11 mei 2009

Woorden

Woorden blussen
en genezen

hoe langer de zin
hoe nietiger het vuur
en de wond

net als de wind
dokters van de eenzaamheid
en de dood

hoe langer de zin
hoe gezonder de boom
en het blad

Help    mij.


© Daan Borloo

maandag 4 mei 2009

Een nieuwe lente, een nieuw geluid

Op een kille septemberavond zijn onze kippen vroeger dan
verwacht op stok gegaan om aan een lange winterslaap te
beginnen. Van de ene op de andere dag gestopt met broeden.
Om moedeloos van te worden. Tot niet zo lang geleden een
nieuwe kip de kop opstak en voorzichtig kakelde: ‘Hoeveel
eieren mogen dat zijn’? En wij verstomd: ‘Euh, eieren?
Zo ééntje om te kraken?’

Is dit een nieuw begin dat openbarst? Het kan, maar één
poeli* maakt de lente niet. Vandaar dat onze rennen moeten
aangevuld, alsook de mand (of later zelfs de rekken) opnieuw
met eieren gevuld. Begint er iets te duwen, hou dan niets
tegen, ga zitten en laat je pen en inspiratie maar de vrije
loop… Een nieuw seizoen wordt ingeluid!


*Vakjargon voor legkip