woensdag 30 mei 2007
Vechten voor geluk
op het bed
je kruipt weg
te ver misschien
mijn hart breekt
jou hier zo ongelukkig
te moeten zien
ik ga de strijd aan
met het onbekende
maar ik vecht
voor jouw geluk
© Elke Vandamme
zaterdag 26 mei 2007
Lente van mijn hart
dit wachten op jou
kom tot mij, mijn engel
verlicht mijn duisternis
neem weg de pijn
van het gemis
Laat mij weer leven
net als de bloem
van onze liefde
teder en kwetsbaar schoon
kan ik enkel bloeien
in jouw licht
Verlicht mijn leven
laat mij gloeien
laat ons groeien
© Jeroen Cuvelier
donderdag 24 mei 2007
Duivelsliefde
Zwart en duister
Verlangen
Wit en helder
Het verlangen naar haat
Maakt mijn leven
Grijs en schemer
© Sanne Vandamme
dinsdag 22 mei 2007
Zelfdoding
zoals een gevangen vlinder
naar vrijheid snakt
de ogen sluiten
alsof het levenslicht
pijn doet
gedachten voelen trillen
net angst voor de verlangde
zucht naar eeuwigheid
het aardse huis verteerd
door een spiraal
van hemelsvuur
wegzweven in voorspoed
een bitter geluk
vol heimwee
over de schouder piepen
een laatste keer
de zwarte massa staart
© Kim Depickere
maandag 21 mei 2007
De liefde die misschien niet bestond
daarom waren wij
ooit was jij, was ik, waren jij en ik
ik herinner me nog de tijd
van het verdwalen in je hart
waar jij me bracht
de wegen waren weg
ik kon niet meer terug
jij zorgde voor mij
zag me graag
had me lief
maar toen een ander kwam
stond ik plots aan de kant
zocht en vond niet meer
waar ik vroeger was
ik was niet meer
je dierbaarste, liefste bezit
er waren stille dagen
donkere dagen zonder jou
zonder ons twee
en toen die ander je verliet
zocht ik opnieuw
het plekje in je hart
maar vond niet meer
wat vroeger was
daarom waren wij
was ik, was jij, waren jij en ik
© Kirsten Lestabel
zaterdag 19 mei 2007
En er was...
Dit gedicht lijkt met zijn parallelle opbouw, eenvoudige woordkeuze, zijn spel met 'iets' versus 'niets', zo voor de hand liggend dat wij bijna de vreemde inhoud aan ons voorbij laten gaan, dat wij de bijzondere toestand die je hier beschrijft accepteren als iets vanzelfsprekends:
ik keek al zo lang naar iets dat mijn ogen het niet meer zagen
Maar het is vanzelf meer. Er staat nogal wat:
de wereld rond mij veranderde, vervormde, maar bleef leeg
De wereld en alle mensen daarop leven nauwelijks. Het lijkt of de aarde (ook al is die aan verandering onderhevig) nagenoeg tot stilstand is gekomen en of haar bewoners in een vacuüm leven. De ik-figuur ziet het met lede ogen aan. Alle woorden staan er simpel en precies, maar samen geven ze niets prijs. Het is een onheilspellende lijn die al in de eerste verzen wordt uitgezet:
ik stond al zo lang op iets dat mijn voeten het niet meer raakten
De ik-figuur is buiten zichzelf, uit zichzelf getreden. Van meetafaan is de vervreemding een feit. Wat de ik-figuur ziet en wat wij als lezer zien is hoe hij staat en vooral niet staat in de wereld. Aan de ene kant blijft het nuchter, aan de andere kant heeft het door de beklemmende sfeer iets koortsachtigs, alsof wij hallucineren. Op het einde zijn de tegenstellingen opgeheven en is de afstomping compleet:
'ik voelde,
niets
ik was van steen'
Dus toch iets.
Wie de vervreemding compleet wil, kan terecht op de volgende link:
http://users.fulladsl.be/spb16507/hetkrakendeei/
vrijdag 18 mei 2007
Zielenstrelers
die jij plantte
in het diepste
van m'n ziel
bloeien uit tot
waterlelies
versoepelen het oppervlak
en kleuren de omgeving
zachtjes drijvend
op mijn gedachtestroom
van bron naar monding
en weer terug
© Emmeline Schelfhaut
woensdag 16 mei 2007
Vergeten
Aan het woord is een dichter die een ethisch vaandel hoog te houden heeft en ons op het eerste gezicht met de neus op de feiten drukt van het lijden in de wereld. De symmetrisch opgebouwde strofen over het specifieke, individuele wereldleed monden uit in een oproep aan al wie dit leest.
Eerst wordt verpletterend ingezet met de zogenaamde waarheid (onmiddellijk zien wij schokkende beelden aan ons voorbijgaan die in het eerste het beste jaaroverzicht van de nieuwsdienst zouden kunnen voorkomen). Meer algemeen worden wij geconfronteerd met de mens als ‘verworpene der aarde’ waaruit alle liefde en warmte is verdwenen. Deze eerder symbolische lectuur wordt bestendigd door het beeld van de platgetrapte roos dat qua impact best kan tellen. Alsof het lijden (leven zonder liefde) werkelijk overal is. Waarna een vermanend (misschien een wat pathetisch) oordeel volgt over een in zijn kritisch en empathisch vermogen verlamd publiek. Ook wij gaan dikwijls over lijken en vergeten liefde en warmte.
Alleen jammer dat je met het beeld van de roos als liefdessymbool platgetreden paden bewandelt.
Het kritisch en empathisch vermogend publiek van deze site kan het gedicht nalezen op de intussen vertrouwde link:
http://users.fulladsl.be/spb16507/hetkrakendeei/
dinsdag 15 mei 2007
Paradox Alpha
staar ik in het duister en terug
al mijn wortels, al mijn scheuten
moeten achterlaten
en opnieuw beginnen
het beslissende gevecht
nog éénmaal
mijn leven in de weegschaal
nog éénmaal
moet het pleit beslecht
en dan zien wat ik vermag
en toch dat ongeduld
de grond is uitgeput
mijn engel wacht op mij
verder willen, en toch niet
de definitie van een mens
wij zijn enkel paradox
© Jeroen Cuvelier
maandag 14 mei 2007
Liefde is leven
Wie zei dat seks niet belangrijk is?
Voelen, strelen, kussen,
doen, niet denken.
Bedien me op mijn wenken!
© Fien De Rudder
zaterdag 12 mei 2007
Een koffer vol (unheimlichkeit)
Een uitgepuurd en bij uitstek melancholiek gedicht waarmee je de lezer volledig ontregelt en hem 'unheimlich' doet rillen.
Onmiddellijk valt op hoe het gedicht cirkelt rond de contrasterende woordparen licht-donker, vol-leeg, binnen-buiten. Het lichaam als leeg omhulsel is slechts een instrument dat werktuiglijk een handeling verricht. Je wezenlijke ik blijft achter. Elk woord is gewikt en gewogen en kent zijn juiste plaats. Mooi hoe je eerst rust (statisch) inbouwt door resp. 'vol' en 'leeg' geïsoleerd op een volgende regel te plaatsen en dan beweging (dynamisch) suggereert bij het naar buitengaan door de trapstructuur van de verzen.
Ondanks de zakelijke zinnen, gespeend van enige lyriek maakt dit gedicht een ernstige emotie los. Hier wordt overzichtelijk en pakkend een verschrikkelijke ramp geschetst. De lezer tast in het duister over de voorgeschiedenis, over tijd en ruimte. Het gedicht heeft het immers over het hier en nu, waarbij de ik-figuur eenzaam het vertrouwde moet achterlaten, net zoals de slotregel de lezer compleet verweesd achterlaat.
Geen geringe lading voor zo'n kort gedicht dat enkel via een kleine virtuele reis te bereiken is:
http://users.fulladsl.be/spb16507/hetkrakendeei/
vrijdag 11 mei 2007
Worden zoals jij
open ik m'n mond en drink ik je verdriet
Als de wind adem is, dan is het die van jou
voel ik hem door m'n haren strelen en geniet
Als de lucht een spiegel is, dan zie ik jou
schijnt je lach je liefde door de wolken
© Eva Debruyne
woensdag 9 mei 2007
Wereldbeeld
spelen, plezier, een glimlach.
Klaargestoomd voor de maatschappij
studeren, goesting, een denkrimpel.
Jezelf bewijzen in de maatschappij
werken, ongenoegen, een depressie.
Opzij geschoven door de maatschappij
duimdraaien, pijnscheuten, een traan.
Schreeuwend de wereld ontnomen
dood
© Kim Depickere
woensdag 2 mei 2007
Speel het spel (dag ventje met de fiets)
Beste Andries
Op een lichtvoetig vanzelfsprekende manier toon je hoe leven in verzen hoort te dansen, hoe het spel tintelend dient gespeeld en je doet dat - getuige de kleuren -met verve (al is de functionaliteit van dat kleurgebruik niet altijd even doordacht en dus eerder effectbejag).
Paul Van Ostaijen heeft op de kaart van de poëzie een nieuwe route uitgestippeld met veel grillig en onweerstaanbaar vreemd gevormd bochtenwerk. Uitgerekend daar treffen wij jou aan en tegelijkertijd ook weer niet. De revolutie die Van Ostaijen teweeg heeft gebracht is te danken aan de vorm. Woord voor woord (in plaats van traditioneel de versregel als bouwsteen van het gedicht) zal de lezer worden geschokt. Daar gaat het om. Woord voor woord. De kernsplitsing van het vers en de energie die daarbij is vrijgekomen zorgt voor een bevrijding van taal.
Qua vorm kun je er niet omheen, maar qua thematiek horen wij hier toch een andere stem.
Meteen worden wij met verstomming geslagen en bij onze lurven het gedicht ingesleurd waar de woorden zingend klotsen en botsen op elkaar. Dit is geen papieren leespoëzie, de woorden zinderen, het gedicht keelt je strot, snijdt door merg en been . Je zegt de dingen niet, maar laat zien, horen en voelen: ‘ik sloeg je dromen’. De taal is zintuiglijk, maar daarom niet gratuit. Er wordt immers een betekenisveld geactiveerd waarbij de verbinding ‘sloeg’ – ‘wapen’ bedrieglijk eenvoudig voor de hand ligt, terwijl ‘stok’ als wapen ‘opgeslagen’ ligt in ‘stokte’. Met deze opening hou je de lezer gedurende heel het gedicht in een bloedmooie wurggreep tot je besluit dat wij genoegzaam de dobbelsteen van het lot van ons af mogen gooien (liefst zo ‘ver’ mogelijk) en het heft in eigen handen mogen nemen.
Waarvan akte.
Voor het gedicht van Andries kan je terecht op de volgende link:
http://users.fulladsl.be/spb16507/hetkrakendeei/