Eens temeer zit ik hier
staar ik in het duister en terug
al mijn wortels, al mijn scheuten
moeten achterlaten
en opnieuw beginnen
het beslissende gevecht
nog éénmaal
mijn leven in de weegschaal
nog éénmaal
moet het pleit beslecht
en dan zien wat ik vermag
en toch dat ongeduld
de grond is uitgeput
mijn engel wacht op mij
verder willen, en toch niet
de definitie van een mens
wij zijn enkel paradox
© Jeroen Cuvelier
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Dat deze overgang ingrijpend is, spreekt voor zich. Hoe voorbereid ook, de confrontatie blijft (en nog het meest met jezelf). Een volledige overgave dringt zich op, de wortels moeten rijkere bodem zoeken nu. En dan mag je al van geluk spreken dat die engel uitnodigend wenkt, dit tijdelijke, paradoxale vacuüm verzacht en toekomst ziet. Dit gedicht creëert een radicaal maar herkenbaar (voor sommigen althans) spanningsveld dat bekroond wordt met een schitterend slotvers dito titel.
SCHITTEREND!
Echt waar, hier bestaan geen andere woorden voor.
Prachtig hoe je hier met woorden en metaforen speelt!
Dicht gerust verder!!
Niels
Ik zit al een tijdje te broeden op een passende commentaar voor dit gedicht, maar ik lijk er niet aan uit te geraken...
Het neemt me niet helemaal mee...
Ook jammer dat (voor mij toch) het ritme soms niet klopt...
Oké, die paradox van in de titel keert terug in de (mooie) laatste strofe, maar wat heeft die paradox te maken met alle voorgaande strofes?
(misschien in de 3e en 4e strofe: die EN TOCH?)
(nog ;)) één iets dat ik niet begrijp; die titel, oké, hij klinkt wel :), maar waarom die Alpha? (mail gerust, of post 'n comment terug ;))
Het gedicht heeft zeker wel iets, en ik zou graag meer lezen van je, uit nieuwsgierigheid, dus zeker nog iets posten!
Xx
Een reactie posten